U bent hier
Ondernemer van Binnenlandse Zaken
Hoe kun je de moslimgemeenschap schofferen, daar niet op terugkomen en toch volhouden dat je oprecht met de moslims wilt samenwerken? Het is een evenwichtsoefening die de carrière van Jan Jambon kenmerkt: naar rechts leunen, zonder over het randje te vallen. Een portret.
Het moet 1982 of 1983 geweest zijn toen de voorzitster van de Antwerpse Volksunie-jongeren (Vujo), Mieke Huybrechts, haar vriend Peter De Roover kennis liet maken met haar verloofde: een lange Limburgse student informatica, een van de zes kinderen van een leraar wiskunde en een thuiswerkende moeder met een verpleegstersdiploma uit het gehucht de Bret in Genk. Hij heette Jan Jambon en sprak dat niet uit op zijn Frans. 'Die naam werkte aanvankelijk op de lachspieren, maar we werden al snel goede vrienden', zegt De Roover. 'Ik denk dat we sindsdien nooit echt ruzie gehad hebben.'
Vandaag, nu Jan Jambon (N-VA) minister van Binnenlandse Zaken is en De Roover N-VA-fractieleider in de federale Kamer van Volksvertegenwoordigers, kennen ze elkaar zo goed dat De Roover naar een VRT-studio kan gaan om een ongelukkige uitspraak van Jambon te verhelderen. Dat is ook wat De Roover maandagavond deed, wellicht beter dan Jambon het zelf had kunnen doen.
In een interview in deze krant had Jambon gezegd dat 'een significant deel van de moslimgemeenschap danste naar aanleiding van de aanslagen' van 22 maart. Bij een eerdere gelegenheid had hij het over 'straatfeesten'. De oppositie wilde bewijzen zien. Na hard zoeken vond de pers twee incidenten die door de politie waren onderzocht en nauwelijks iets bleken voor te stellen. Premier Charles Michel (MR) bevestigde de uitspraak van Jambon min of meer door te erkennen dat er op een zitting van de Nationale Veiligheidsraad onmiddellijk na de aanslagen sprake was geweest van minimale incidenten.
Peter De Roover legde de uitspraak (en het gebrek aan incidenten) maandagavond uit als volgt: 'Wat Jan bekommert, is dat er een te grote - té groot, ik heb niet gezegd een grote - steun is in de moslimgemeenschap voor dingen die we met z'n allen (en ook de overgrote meerderheid van de moslims) afkeuren. Dat is de betekenis van het woord significant, dat betekent “te veel mensen”, een “betekenisvolle groep”.'
Hoe neoliberaal precies?
De Roover is een man met de gave van het woord. Voor hij zich in 2014 bij de N-VA aansloot, was hij een half leven lang leraar economie aan een technische school in Antwerpen. 'Ik ben meer beschouwend. Jan is geen ideoloog, maar een pragmaticus. Een beetje streng en ongeduldig, misschien. Als hij ergens gaat spreken en de stoelen staan nog niet klaar, steekt hij een handje toe. Dat zou hij vandaag nog doen, nu hij minister is. Ik ben meer een prima donna. We vullen elkaar goed aan.'
De jonge De Roover en Jambon konden het ook inhoudelijk goed met elkaar vinden. 'Onze ideeën liepen grotendeels gelijk. Welke ideeën? Als je jong bent, denk je meer zwart-wit dan later. De koers van de Volksunie werd toen bepaald door wijlen Hugo Schiltz: stapje voor stapje naar meer Vlaamse autonomie. Wij vonden dat mak en voor verbetering vatbaar. Hoewel die mening in het Antwerpse vrij algemeen gedeeld werd, waren we dissidenten binnen de partij. De VU evolueerde onder Schiltz naar een soort links-liberalisme, zoals het Nederlandse D66. De ethisch-progressieve standpunten van de VU vonden we een foute prioriteit. Waren we rechts? We waren vooral communautaire hardliners. Wellicht waren we ook conservatiever dan de rest, maar dat was voor ons niet het belangrijkste strijdpunt.'
Als er een verschil in opvattingen is tussen Jambon en De Roover, gaat het om sociaaleconomische ideeën. De Roover zul je niet horen beweren dat wie spaargeld of een eigen huis heeft, geen leefloon zou mogen krijgen, zoals Jambon zei in de laatste verkiezingscampagne. Daarvoor is die uitspraak, die trouwens tegen het N-VA-programma inging, te neoliberaal en te onhandig. Jambon kwam toen wel op zijn uitspraak terug, maar niet voordat ze de N-VA tienduizenden stemmen had gekost, zoals bleek uit een opiniepeiling.
Hoe neoliberaal Jambon precies is, valt niet gemakkelijk te peilen. Toen Wouter Jambon, een van zijn vier kinderen, vorig jaar in naam van zijn studentenvereniging, het conservatieve Katholieke Hoogstudentenverbond (KVHV), zei dat hogere studies best duurder en dus elitairder mochten worden, zagen critici dat als een indicator voor de opvattingen van de vader. Familievriend De Roover waarschuwt voor veralgemening: 'Je mag de opvattingen van de zoon niet zomaar vertalen naar de vader. Over dat soort zaken kunnen ze stevig discussiëren.'
Groot en joviaal
Jambon en De Roover kwamen al snel in de hogere regionen van de Vujo terecht - 'Niet omdat wij zo goed waren, maar uit armoede bij de Vujo', aldus De Roover. Ze waren trouwens wel goed. De Roover was een uitstekend spreker, Jambon een organisatietalent en een netwerker. 'Jan valt op als hij ergens binnenkomt', zegt De Roover. 'Niet alleen omdat hij groot is, maar ook door zijn jovialiteit. Hij kan ook met iedereen praten, met geslaagde ondernemers, met gewone mensen, met de koning.'
De klim van de twee vrienden binnen de VU kwam ten einde toen partijvoorzitter Hugo Schiltz besliste dat Herman Lauwers de VU-lijst voor de parlementsverkiezingen van 1987 zou aanvoeren in de kieskring Antwerpen. Lauwers, de voormalige verbondscommissaris van het Vlaams Verbond voor Scouts en Meisjesgidsen, was links, stond niet bekend als een harde flamingant en woonde in Brasschaat, waar ook Jambon na zijn huwelijk was gaan wonen.
Lauwers, die nog altijd in Brasschaat woont, kijkt zonder sterke gevoelens op die periode terug. 'Jambon heeft toen de eer aan zichzelf gehouden en ik heb daarover nooit rancune ondervonden. Dat ik zijn politieke ambities toen heb gefnuikt, was ongewild. Ik kan mij voorstellen dat hij mij te links vond. Hij was toen ook radicaler dan nu. Nu vind ik hem een realpolitiker. Ik ken hem van de gemeentepolitiek in Brasschaat (waar Lauwers tot de progressieve oppositie behoort, red.). Toen hij er burgemeester was, werkte hij heel goed met ons samen. Hij kan zich goed inleven. Zijn uitspraak over de moslimgemeenschap lijkt mij niet significant voor zijn opvattingen. Hij is een neoliberaal en uiteraard is hij een autonomistische flamingant, maar hij heeft zijn Vlaamsgezindheid altijd vooral economisch geargumenteerd, niet etnisch. Hij wilde vooral de geldstromen naar Wallonië stoppen.'
De minister, mijn chauffeur
Peter De Roover verliet de partij nog voor de verkiezingen en engageerde zich bij de Vlaamse Volksbeweging (VVB). Dat Jambon hem kort na de verkiezingen achternakwam, vindt hij logisch. 'We waren een tandem: politiek gebeten en communautair radicaal.'
In Brasschaat, bij een pot mosselen ten huize Jambon, werd kort daarna beslist dat Peter De Roover VVB-voorzitter zou worden. Mieke Huybrechts vroeg na het eten wie Jaak Van Waeg, een ingedommelde Brusselse jurist, zou opvolgen: haar man of De Roover. Omdat De Roover als leraar meer vrije tijd had dan Jambon, die carrière maakte in het bedrijfsleven, viel de keuze op hem. Jambon werd penningmeester. Zo hielden ze het drie mandaten vol, tot in 1998.
Jambon zou er uiteindelijk evenveel energie in steken als De Roover, die lof heeft voor zijn engagement, dat zich 'zowel in tijd als in benzine' vertaalde. 'Hij werkte in het bedrijfsleven en heeft daar een goed parcours gelopen, maar zijn hoofd zat altijd bij de politiek. Er zijn weinig politici die zo veel met elkaar gepraat hebben als wij. Dat kwam voor een deel omdat ik lang geen rijbewijs heb gehad, waardoor Jan mij overal naartoe bracht. Je zou kunnen zeggen dat de huidige minister van Binnenlandse Zaken mijn chauffeur nog is geweest.'
Begin jaren 2000 had Jambon een commerciële functie bij de uitgever van deze krant. Hij heeft daarbij geen onvergetelijk ambitieuze of politiek uitgesproken indruk gemaakt. 'Een passant', wordt hij genoemd door een collega van destijds. 'Als je toen had gezegd dat hij nog minister van Binnenlandse Zaken zou worden, had niemand dat geloofd. Hij waarschijnlijk ook niet.'
Jambon zou in het bedrijfsleven en uit de partijpolitiek blijven tot hij zich in 2007 bij de N-VA aansloot. De onderwijzerszoon uit de Bret was opgeklommen tot algemeen directeur van de Bank Card Company.
Stuurs maar kalm
Hoe goed hij ook is met woorden, Peter De Roover is er maandagavond in De afspraak niet in geslaagd om de storm rond zijn boezemvriend te doen liggen. De avond nadien is minister Jambon zijn uitspraak alsnog komen uitleggen op de openbare omroep. Nog een dag later moest hij in de kamercommissie Binnenlandse Zaken kritische vragen beantwoorden van kamerleden van oppositie en meerderheid. Jambon onderging het stuurs, maar ogenschijnlijk kalm.
De N-VA-kamerleden, onder wie De Roover, zwegen. MR-kamerlid Philippe Pivin tikte Jambon op de vingers over zijn woordkeuze. Vlaams Belang vroeg zich af waarom de dansende moslims niet al lang waren opgepakt. Alle andere partijen, ook regeringspartij CD&V, wilden bewijzen zien en wezen de minister erop dat hij moslims had gestigmatiseerd en zo bondgenoten in de strijd tegen radicalisering van zich had weggeduwd. Enkele Franstalige politici vermoedden dat de minister een dubbele agenda had. Catherine Fonck (CDH) verweet hem dat hij met zijn uitspraak probeerde stemmen terug te winnen van het Vlaams Belang. Olivier Maingain (FDF) verweet Jambon de verdelende praktijken van extreemrechts toe te passen.
Jambon kwam niet met bewijzen voor zijn stelling, maar merkte op dat fenomenen - radicalisme, maar ook racisme en homofobie - soms groter zijn dan de vastgestelde feiten doen vermoeden. Om zijn goede intenties te tonen, besloot hij zijn antwoord met een gloedvol pleidooi voor een betere samenwerking met de moslimgemeenschap. 'Natuurlijk mogen we geen volledige gemeenschap stigmatiseren. Hoeveel keer moet ik herhalen wat ik al honderd keer herhaald heb? Om het probleem van radicalisme tegen te gaan, moeten we samenwerken met de moslimgemeenschap. Behalve Vlaams Belang hebben jullie allemaal geapplaudisseerd toen ik in het Parlement Filip Dewinter aanpakte omdat hij met een koran stond te zwaaien (en dat boek 'de reden van heel wat onheil' noemde, red.). Het is een kwestie van harten terugwinnen van mensen die zich aan het afkeren zijn van onze maatschappij. Die harten moeten we terugwinnen, zelfs als het er maar drie zijn.'
Onhandig? Nee
Het is niet voor het eerst dat Jan Jambon ervan verdacht wordt radicaler te zijn dan hij zich voordoet. In oktober 2014, bij het aantreden van de centrumrechtse regering-Michel, meende PS-fractieleider Laurette Onkelinx 'het geluid van soldatenlaarzen' te horen. Die opmerking was gericht tegen de N-VA'ers Theo Francken, die staatssecretaris van Asiel en Migratie werd, en tegen Jambon.
De associatie tussen Jambon en soldatenlaarzen ontstond toen bekendraakte dat hij op 5 mei 2001 als penningmeester van de VVB gespeecht had op een bijeenkomst van de Vlaamse Oostfrontgemeenschap Sint-Maartensfonds, Vlamingen die tijdens de Tweede Wereldoorlog de soldatenlaarzen hadden aangetrokken om mee te vechten aan de kant van Hitler en nazi-Duitsland. Theo Francken werd verweten dat hij op een verjaardagsfeestje was van de veroordeelde collaborateur Bob Maes. De uitval van Onkelinx verried een wantrouwen, zeker bij Franstalig links, tegenover het verleden van beide politici en tegenover de N-VA in het algemeen.
Monica De Coninck, die voor SP.A in de kamercommissie Binnenlandse Zaken zit en daar zowel staatssecretaris Francken als minister Jambon geregeld van nabij aan het werk ziet, nuanceert dat beeld: 'Francken lijkt een humaner beleid na te streven dan zijn retoriek doet vermoeden. Bij Jambon twijfel ik. Hij is minder fors in zijn uitspraken, maar zijn opvattingen zijn ook moeilijker te vatten. Vermoedt hij echt dat de steun voor terrorisme onder moslims veel groter is dan algemeen wordt aangenomen? Je hoort hem zeggen dat hij de moslimgemeenschap bij zijn beleid wil betrekken, maar ik twijfel of hij er veel affiniteit mee heeft. Die indruk heb je vaker met N-VA'ers die zelden uit de grote steden komen en ook binnen hun partij niet veel met moslims in aanraking komen. Het gekke is: dit zijn niet de woorden van een beleidsmaker, het is oppositietaal, terwijl het de oppositie is die oproept tot verantwoordelijkheid.'
De Coninck twijfelt of de uitspraak te wijten is aan onhandigheid. 'Als hij niet méér wilde zeggen dan dat we goed moeten opletten met die enkelingen die dit steunen, heeft hij het wel heel onhandig geformuleerd. Jambon is niet zo onhandig. Waarom zou hij die uitspraak dan bewust aandikken? Misschien door die recente opiniepeiling waaruit blijkt dat de N-VA sinds haar regeringsdeelname kiezers verliest aan Vlaams Belang, waar ze vandaan kwamen?'
Opera en hockey
Over hoe dicht Jan Jambon ooit bij het Vlaams Blok/Belang heeft gestaan, bestaat onduidelijkheid. In 2014 schreef de nieuwssite Apache dat hij eind jaren 80 mee aan de wieg had gestaan van de Brasschaatse Vlaams Blok-afdeling, maar dat hij ooit een officieel engagement had voor de partij, is nooit aangetoond. Een radicale flamingant die gedurende de hele jaren 90 partijpolitiek dakloos is geweest en nooit openlijk de stap naar het Vlaams Blok heeft gezet, moet daar een goede reden voor gehad hebben.
'Het was inhoudelijk een brug te ver', zegt Peter De Roover. 'Natuurlijk denk je daar soms over na. Je bent een raspoliticus zonder partij en je weet ook wel dat je bij het VB de kans kunt krijgen om in het parlement te zetelen. Ik kan honderd procent voor mezelf spreken: ik heb het nooit overwogen. Ik denk dat ik Jan voor 90 procent kan inschatten als ik zeg dat hij dat ook nooit heeft gedaan.'
Wat De Roover stoorde bij die partij, was het simplisme, de onrealistische oplossingen, de heimwee naar het Vlaanderen van de jaren 50. Het racisme misschien? 'Dat hoort bij een terugkeer naar de jaren 50: mensen buitenzetten omdat je vindt dat ze hier onvoldoende wortelen. Dat heeft het imago van de Vlaamse beweging beschadigd. Maar het is niet zo dat we Vlaams Blokkers beschouwden als pestlijders. We waren tegen het cordon sanitaire. Voor ons lag er geen kloof tussen het Blok en de rest. Bij het Blok zaten rare vogels en zinnige mensen. We begrepen hun bekommernissen, zonder hun voorgestelde oplossingen voor lief te nemen.'
De uitleg waarom Jambon in 2001 kwam spreken bij de collaborateurs van het Sint-Maartensfront, strookt met die houding. Volgens Herman Lauwers was Jambon daar niet in zijn natuurlijke biotoop. Waar dan wel? 'De opera, de oud-leerlingen van het Sint-Michielscollege, de werkgeversorganisaties en de hockeyclub van Brasschaat.'
Jambon heeft altijd volgehouden dat hij daar kwam om volk te werven voor een betoging tegen de makke communautaire houding van de VU. De Roover bevestigt dat, niet voor het eerst: 'We gingen langs bij zowat iedereen die ooit in de buurt van een Vlaamse Leeuw was gezien. Voor een publiek van drie man reden we toen naar de andere kant van het land. Die Oostfronters konden nog net genoeg uit de voeten om mee te lopen. Jan had de pech dat hij daar was en niet ik. Was het een vergissing? Dat leek toen niet zo. Hij droomde er niet van om minister van Binnenlandse Zaken te worden. Wat hij voor de VVB gedaan heeft, was oprecht engagement, geen carrièreplanning. Misschien maakt die oprechtheid hem kwetsbaar voor zulke vergissingen. Hij is een ingenieur en geen jurist. Hij heeft geen geduld voor fijnzinnigheden.'
Voor het Blok
'Jan Jambon is nooit door het Vlaams Blok gepolst omdat hij te dubbelzinnig was', zegt Gerolf Annemans. Annemans kende Jambon zowel via de VVB als via Jambons schoonbroer, Pieter Huybrechts. Huybrechts was ooit getrouwd met de dochter van Karel Dillen, de stichter van het Vlaams Blok, en was voor die partij een tijd Vlaams Parlementslid (een met wie je niet samen in de lift wilde staan, aldus Herman Lauwers, die toen ook in het Vlaams Parlement zat). 'Jambon zou zich nooit aan ons verbranden', zegt Annemans. 'Hij is iemand die de straat pas oversteekt als iedereen al aan de overkant staat. Hij is ook pas bij de N-VA gegaan toen de partij in kartel ging met CD&V. Jambon was te voorzichtig. Hij had nooit een goede Vlaams Blokker kunnen worden.'
'Dan zal ik ook wel geen goede Blokker geweest zijn', zegt Luc Sevenhans. Sevenhans komt uit Brasschaat en is al meer dan dertig jaar een politieke vriend van Jambon. 'Hoewel ik uit een politieke familie kom en Jan niet, is hij degene die mij overtuigd heeft om in de politiek te stappen.'
Sevenhans kijkt niet naar de anderen als hij de straat oversteekt, maar is ook niet bang om op zijn stappen terug te keren. Na zijn vertrek uit de VU, tegelijk met Jambon, maakte hij wel de overstap naar het Blok. Hij bleef de partij trouw toen ze wegens racisme werd veroordeeld en haar naam veranderde in Vlaams Belang. Hij was er kamerlid tot hij in 2009 de overstap maakte naar de N-VA. Voor die partij is hij in Brasschaat nog altijd schepen van Communicatie, een functie die hij kreeg toen Jambon er burgemeester werd.
Volgens Sevenhans heeft Jambon wél een paar keer dicht bij het Blok gestaan. 'Peter De Roover had het gehad met partijpolitiek, Jan was meer geïnteresseerd. Dat hij het niet deed, kwam vooral door zijn beroep. Het is niet bij elke werkgever zo vanzelfsprekend om ervoor uit te komen dat je een Vlaams Blokker bent. Zelfs als N-VA'er is dat vandaag niet altijd simpel. Ik had het geluk dat ik in de Antwerpse haven voor Hessenatie werkte, waar de grote baas Bruno Valkeniers was, die later partijvoorzitter zou worden toen het Blok al Vlaams Belang heette. Jan werkte bij verschillende werkgevers in het Brusselse, waar dat minder voor de hand lag.'
Wat het probleem is met die uitspraak over dansende moslims, ziet Sevenhans niet. 'Toen het Blok dat zei, werden we verketterd, maar nu is dat toch bon ton?'
Copyright © 2015 Corelio - De Standaard - Wouter Woussen