U bent hier
"Een park is geen pretpark"
De vierde editie van The Day Before Tomorrow kende donderdag een vlekkeloos verloop. Er vielen geen incidenten te noteren, maar de buren waren niet te spreken over de geluidsoverlast.
Francis Denys woont op de Miksebaan tegenover de ingang van het gemeentepark waar meer dan 10.000 festivalgangers verzamelden. “Ik wil de discussie niet op de spits drijven, maar het stoort me wel dat het gemeentebestuur het verschil niet kent tussen een park en een pretpark. Uiteraard moet de jeugd zich kunnen uitleven, maar volgens mij zijn er meer geschikte locaties in Brasschaat. Denk maar aan het vliegveld, daar is toch ook ruimte genoeg en daar stoor je geen omwonenden”, zegt Francis Denys, bestuurslid van de cultuurraad en lid van de raad van bestuur van het cultuurcentrum.
“Het begon al om 9u 's ochtends. De hele dag door werden we geconfronteerd met die dreunende muziek. Genieten van deze vrije dag was onmogelijk. Ik heb verschillende keren naar de politie gebeld, maar daar meldde men dat de organisatoren de toelating hadden van het gemeentebestuur. Ik weet niet of de Vlaremnormen werden gerespecteerd, maar het gedreun was niet te harden. Het festival sloot wel tijdig af, maar dan kwamen de jongeren naar het café hiernaast afgezakt. Het wordt tijd dat Brasschaat erfgoed zoals het park een beetje respecteert”, zegt Denys.
Eetstandjes
Volgens Tina Bruggeman, woordvoerder bij de Brasschaatse politie, komen er bij dergelijke evenementen wel meer telefoontjes binnen. “Wij kregen vijf telefoontjes van mensen die hun beklag deden”, zegt Bruggeman.
Schepen van Cultuur en bezieler van het evenement Karina Hans (N-VA) begrijpt niet waarom Francis Denys zich zo druk maakt.
“We hebben hier duizenden bezoekers gehad, niet alleen jongeren. Zij hebben een zeer leuk feest gehad. Jongeren hebben het recht om zich uit te leven op hun muziek. Alles is zonder incidenten verlopen. Ik heb trouwens alle hulpdiensten uitdrukkelijk bedankt voor hun schitterende inzet en prima voorbereiding. De eventuele schade aan het gras of ander groen wordt afgetrokken van de waarborg die de organisatoren betaalden. Eén keer per jaar is er een dergelijk festival voor de jeugd. Er zijn dan wel eetstandjes en zo, maar die maken van het park nog geen pretpark”, reageert de cultuurschepen. “In het verleden hebben wij - zoals Francis Denys suggereert - wel degelijk aan het vliegveld gedacht als mogelijke locatie. Maar dat werd tegengehouden door Natuur en Bos. Bovendien moeten jongeren dan na middernacht met de fiets die hele weg naar huis afleggen. Op dat punt is het park met zijn centrale ligging een veel betere locatie.”
Copyright © 2016 Concentra - Gazet van Antwerpen - Jan Brys