U bent hier
De Bruyne!
Het mooiste televisiemoment van de week werd ons op dinsdagavond rond kwart over tien gepresenteerd door Kevin De Bruyne. Met een pass die blonk van vernuftigheid spleet hij de Barcelonadefensie open en Manchester City stond ineens 3-1 voor. De 2-1, een vrije trap van de voet van de Belg zelf, mocht er ook wezen, maar de Duitse doelman Marc-André ter Stegen reageerde daar nogal knullig op. Wij zijn hondstrouwe Barça-supporters, dus voor we thuis gaan applaudisseren bij een goal tegen de Catalaanse club moet het al iets hebben. “Het zal wel niet zo lang meer duren voor FC Barcelona een bod doet op De Bruyne, sprak ik tot mijn zoon van negen en ik liet daarbij mijn stem zo profetisch mogelijk klinken. Ik loop al een jaar of vijf met het idee rond Dat Kevin De Bruyne de enige Belg is die zo, zonder tactische trainingen en aanpassingsperiode, in het elftal van Barça gedropt kan worden. Hij is behoorlijk snel, dribbelvaardig, heeft een uitstekende lange bal en een hard precies schot in beide voeten, maar hij ziet en denkt vooral zeer snel. Geknipt voor Barcelona dus. “Of Real Madrid”, tempert mijn zoontje dan de feestvreugde, de falanx van Franco en de Spaanse koning, daar zijn we zo niet voor.
En zeggen dat De Bruyne bij Racing Genk heeft gespeeld. Hij begon er op zijn veertiende, in zijn apenjaren. Een leeftijd waarop jongens niet rechtop lopen, maar zich sloffend naar hun toekomst slepen. Bij een Limburgs pleeggezin: “Kevin zit recht aan tafel! Kauw met je mond dicht!” Want hoe stijlrijk ook op het veld, voetballers, en zeker beroepsvoetballers hebben geen tafelmanieren. Ze hangen boven hun bord en in plaats van met vork en lepel het voedsel naar hun mond te brengen, duwen ze hun kop zo diep mogelijk naar hun eten toe. Ellebogen steunen op de tafel en zo wijd als fysiek haalbaar uit elkaar. Nochtans is etiquette aan de dis een stel regels dat ontstaan is in hogere kringen, maar wel in de schoot van kroostrijke gezinnen. Hoe rechter je zit aan tafel en hoe smaller je jezelf maakt, hoe meer plaats er is voor anderen. ’t Is een kwestie van noodzaak. Een voetbalclub aan de sportlunch heeft toch iets van een talrijke kroost, nee? Maar geen trainer die het aandurft om van manieren aan tafel een zaak te maken.
Wat ons ook trots maakte is het mooie Engels waarvan Kevin zich bedient in de interviewruimte. De meeste van o ze Vlaamse jongens blinken daar in uit: heel snel een taal oppikken en ze dan nog eens zonder vervelend accent uitspreken. Stéphane Demol was de eerste bij wie het opviel. Hij speelde behalve bij Anderlecht ook nog in Portugal, Frankrijk, Italië, en waas trainer in Griekenland. Hij spreekt al die talen, ook Engels en Spaans, ratelend als een allochtoon. Als je dan al die andere buitenlanders in de Premiership hoort worstelen met de simpelste Angelsaksische zinswendingen en ziet struikelen over hun hinderlijke tongvallen … Fransen, Italiane, Portugezen, Spanjaarden, Russen, Duitsers, ja zelfs Nederlanders. ‘Match Of The Day’ heeft soms veel weg van internationale aflevering van ‘Allo Allo’.
Wat denkt u, De Bruyne naar Barça? En wanneer? Spaans zal geen probleem zijn.